Activiteiten - verslagen

KWEEKT KONIJNEN OM VLEESCH TE HEBBEN !

Verslag "Bezoek Engelenburcht Tildonk, 'Belevingscentrum 14-18' " (door Elen Ogez)

"Engelenburcht"... de naam alleen al. Om nog een extra romantisch tintje toe te voegen, kiezen we voor ons bezoek de datum van 20 maart 2015 uit, de dag van de eclips. We hebben het buiten al in volle pracht kunnen bewonderen maar binnen krijgen we het speciale brilletje om het fenomeen nog beter te kunnen waarnemen.

Enkele minuten later begeven we ons naar de tentoonstelling. Het Belevingscentrum '14-'18 is een project van Toerisme Vlaams-Brabant vzw. Het kwam tot stand met de steun van Toerisme Vlaanderen, Ons, en de steden en gemeenten Aarschot, Boortmeerbeek, Geetbets, Haacht, Halen, Herent, Kampenhout, Linter, Rotselaar, Tienen en Zoutleeuw.

Over zowat de volledige lengte van de kloostergang, is op de muur via tijdlijnen een zeer duidelijk overzicht aangebracht over het verloop van de Eerste Wereldoorlog.

02 03

In het eerste lokaal dat we betreden, staan twaalf zuilen met op elke zuil een tekening van de getuige wiens verhaal we per zuil via een koptelefoon kunnen beluisteren. Elke zuil bevat een klein raampje waardoor we een bij het verhaal zeer passend voorwerp tentoongesteld zien. De pakkende getuigenissen beschrijven vanuit verschillende invalshoeken hoe de bevolking op 4 augustus 1914 de Duitse inval in België heeft ervaren. Persoonlijk word ik het meest aangegrepen door de belevenissen van Pastoor Vandeweyer en van de burgemeestersvrouw. De pastoor zat rond half vier in de namiddag in de tuin van de pastorij toen hij ineens overal om zich heen geweerschoten hoorde. Hij moest zich in allerijl tegen de grond drukken om niet geraakt te worden. Toen hij even de kans zag, vluchtte hij de pastorij in maar hij was amper binnen of de bovenverdieping stortte in zodat hij zich weer naar buiten moest reppen, regelrecht in de armen van de Duitsers. De pastoor werd geduwd en geslagen, en toen hij eindelijk terug naar huis mocht, zag hij dat de pastorij in brand was gestoken. Van de inboedel of de gewaden van de pastoor bleef niets over. Het ergste was echter dat hij vernam dat zeven van zijn onschuldige parochianen waren vermoord, mensen die hij stuk voor stuk zeer goed had gekend. Ook zijn eigen buurman, een vader van negen kinderen, was één van de slachtoffers.

Het verhaal van burgemeestersvrouw Thielemans gaat als het ware nog meer door hart en ziel. Ze spreekt zo vol liefde over de geraniums op haar balkon… Op 19 augustus 1914 valt de Duitse kolonel Stenger echter de gezinswoning binnen. De koer beneden staat vol paarden en schietende soldaten. Het burgemeestersgezin vlucht samen met de dienstmeisjes de kelder in. De ramp kent een climax als de Duitsers de burgemeester oppakken voor de moord op de kolonel. Een moord die de burgemeester onmogelijk kon hebben gepleegd. De burgemeestersvrouw probeert nog de vrijlating van haar man af te smeken: "Gij kunt toch vaststellen dat mijn man niet geschoten heeft, hij is ongewapend, meer nog, hij was juist sigaren aan het uitdelen aan de Duitse schildwachten". Doch de Duitse kapitein antwoordt slechts: "Dat doet er niet toe, hij is burgemeester, hij is hier verantwoordelijk voor". Wat later werd ook de zoon van de burgemeester verdacht. Vader en zoon werden op een nabijgelegen weiland geëxecuteerd.
Vanuit het raampje in de zaal staren door sigarenpeuken vernielde geraniums ons aan. Het verhaal en het beeld zijn zo treffend, zo diepmenselijk...

De stemmen die zijn gekozen om de verhalen in te spreken, brengen de getuigenissen zeer boeiend over, zo boeiend dat we ze allemaal met een sterk invoelen beluisteren: burggraaf Guillaume de Spoelberch die het heeft over hoe de Duitsers de fabriek van La Corbeille in brand staken en in Wespelaar dertig huizen platbrandden en eenentwintig burgers vermoordden, Frans Vandegoor die zich verstopt had in de 'patattenkelder' en die verkeerdelijk aanzien werd voor deserterende soldaat, ambulancier Maurice Duwez die in een café een haastig een hospitaal inricht en zijn afgrijselijke ervaringen aldaar beschrijft, Sooi Elsen die ons zijn verblijf in de Duitse kampen zeer aanschouwelijk voorstelt, de kleine Gustavine Van Roost die tussen alle verschrikkingen die ze meemaakte verhaalt hoe het tafellaken dat zou opgelegd worden als vader weer thuiskwam nooit meer op tafel kwam, de Duitse onderofficier Knutz die getuigt over wat hij zag toen ze steeds verder oprukten, Wojciech Jacobson die als dokter bij het Duitse leger heel wat bedenkingen heeft bij de Duitse manier van oorlogvoeren, generaal Leon De Witte die de slag van de Zilveren Helmen meemaakte, Leonard Reynaerts wiens taak het was om op zoek te gaan naar de doden en gewonden op het slagveld en die rookte als een ketter om de stank te kunnen verdragen en tot slot een kloosterzuster uit Tildonk die met de wreedste dingen geconfronteerd werd.

03 04 05

Bij het buitenkomen van de zaal zien we links een fiets staan, beladen met houten kistjes waarop en waarin de geïnteresseerden de nodige uitleg kunnen lezen over verschillende gebeurtenissen en wetenswaardigheden. Tijdens ons verdere bezoek zullen we merken dat er in de verschillende kamers meerdere van deze fietsen zijn 'geparkeerd'. Zeer origineel bedacht en de inhoud van elk kistje is zeker het bekijken waard.

Tegenover de ruimte met de zuilen, bevindt zich een lokaal waarop via een animatiefilm de troepenbewegingen stap voor stap in kaart worden gebracht. Een pluim voor de tekenaars! De opeenvolgende beelden, voorzien van uitstekende commentaar, bieden een zeer goede kijk op de invasie, beginnende met de moord op Franz Ferdinand (troonopvolger van Oostenrijk-Hongarije) in Sarajevo op 28 juni 1914 en de oorlogsverklaring van Duitsland aan Rusland een maand later, en verder gaande met het beleg van Luik, het treffen van Duitse en Belgische troepen in het Vlaams-Brabantse dorpje Orsmaal en het vermoorden van meerdere burgers als represaille op de zo gezegde acties van de franc-tireurs, de slag der Zilveren Helmen bij Halen aan de Gete, de val van het laatste fort van Luik, de terugtrekking van het Belgische leger naar Antwerpen, de gebeurtenissen in Aarschot en Leuven, de vluchtelingen, de uitvallen vanuit Antwerpen en de loopgravenoorlog.

06 07

Na deze verdienstelijke opfrissing van onze kennis, komen we bij een opmerkelijke ruimte. Het kleine lokaal is verduisterd. Een mooie eenvoud van een constructie van witte stoelen in het midden van de kamer is echter duidelijk waarneembaar. Ook in de hoek staat een kleine witte stoel waarop ik bescheiden plaatsneem. Om mij heen klinken de geluiden van de oorlog die buiten leeft. Een blaffende hond. Kinderstemmen. Een gil. Gebeden. Afgewisseld met momenten van stilte. Geluiden zoals men ze destijds hoorde. Geluiden om even bij te bezinnen. Geluiden die je laten voelen hoe de oorlogsjaren wogen op de bevolking.

Volgende zalen brengen de vier lange jaren van de bezetting in beeld, een bezetting die duurde van augustus 1914 tot november 1918. Jaren van vernedering, armoede, controles met opeising van mensen, dieren en goederen. Drukkende aanwezigheid in onze dorpen van Duitsers die slaapplaatsen en werkruimten inpalmden. Duitsers die regels en geboden oplegden. Arrestatie en zelfs deportatie hingen voordurend in de lucht. Oorlogsjaren waarin voedselhulp extreme hongersnood maar net kon voorkomen.

08 09

Ook in het klooster van Tildonk kon men niet anders dan het dagdagelijkse leven aanpassen aan de bezetting. Gelukkig hielden de Zusters Ursulinen nauwgezet dagboeken bij waardoor we nu kunnen ontdekken hoe hun leven er tijdens deze oorlog uitzag. De zusters deden wat ze konden om de armoede en de ellende in het dorp te verlichten. Er werd ondermeer een naaikamer georganiseerd ten voordele van de armen, wat op een tentoonstellingspaneel wordt geïllustreerd met een vergrote afdruk van een prachtige prentkaart, naast een afdruk van een koets met 'os' nadat in 1917 het laatste paard door de bezetter werd in beslag genomen.
Tegelijk gaat het kloosterleven door: er zijn missen, wijdingen, jubilea, begrafenissen. Ook het pensionaat blijft draaien: in november 1914 blijven er slechts dertig internen over, op het eind van de oorlog zijn dat er alweer bijna honderd.

Een groot paneel verschaft heel wat informatie over 'honger en schaarste'. Vier jaar lang was er een gebrek aan de meest elementaire voedingsmiddelen. Heel wat levensnoodzakelijke producten kwamen op rantsoen te staan. Aan de boeren werden harde regels opgelegd over wat ze mochten zaaien, oogsten, kopen en verkopen en wat alles mocht kosten.

10

België raakte aangewezen op voedselhulp van overzee, zij het onder strenge voorwaarden en ondanks alle goedbedoelde inzet toch onderworpen aan de nodige kritieken. Op het paneel "Voedselhulp van overzee" ontdekken we onder de titel "Eeuwigen dank" echter een mededeling en een foto die onze bijzondere aandacht trekken:
"De voedselhulp uit de VS werd verkocht in 'Amerikaanse winkels'. Op de foto zie je zulke winkels in Heverlee en Kampenhout. Onder de Amerikaanse vlaggen in Kampenhout staat het opschrift 'Eeuwigen dank aan Amerika'".

11 12

Jammer genoeg kunnen we niet direct achterhalen in welke winkel of zaal de originele foto genomen is.
De hele zaal met betrekking tot voedselschaarste is trouwens heel interessant en heel aantrekkelijk opgesteld. Vooral de presentatie van de oorlogsrecepten vind ik echt leuk en origineel gebracht, zoals placemats en borden op een keukentafel met op elk daarvan een al even merkwaardig recept als op het andere. Wat een creativiteit en inventiviteit hadden deze mensen ondanks hun schrijnende gebrek aan producten! Ik kan het niet nalaten om elk ervan te lezen en te fotograferen. Zurkelsoep, brood met aardappelen, goedkope boter, raapkolen, hutsepot, oorlogskoffie, oorlogwafels en cerealinepap worden bijna als delicatessen voorgesteld.

13 14

Om smokkel tegen te gaan, was het op vele plaatsen verboden om zich met voedingsmiddelen buiten de gemeentegrenzen te verplaatsen. Wie toch naar een andere gemeente moest, werd uitvoerig gecontroleerd.
Er werden niet alleen regels opgelegd met betrekking tot voedsel, de hele bezetting mondde zowat uit in één grote regelgeving over alles en nog wat. Aanplakbiljetten met verboden en geboden verschenen met de regelmaat van de klok in het straatbeeld. Trouwens, over 'klok' gesproken, op één van de muren lezen we: "Ook de Belgische uurwerken moesten zich plooien naar de overweldigers. Voor het eerst geven ze de 'Midden-Europese tijd' aan".

Voor de meest banale dingen had men ineens een stempel of een vergunning nodig, zoals bijvoorbeeld een pasje om zich te mogen verplaatsen. Zelfs scholieren moesten het juiste document kunnen voorleggen wanneer ze van thuis naar school en terug gingen en ook fietsen mocht niet meer zomaar.

15 16

Uiteraard bestonden er ook tijdens deze oorlog mensen die actief verzet pleegden. Zo was er bijvoorbeeld Victoria Deloos, een zeventienjarig Brabants meisje die geheime documenten de grens over smokkelde. Ze werd opgepakt en ter dood veroordeeld doch deze straf werd omwille van haar jonge leeftijd omgezet in tien jaar dwangarbeid. Ze overleefde het.

Ik moet opschieten, mijn gezelschap is reeds in de volgende zaal oude kaarten aan het bestuderen. De stafkaart uit 1912 ziet er zeer indrukwekkend uit.

17 18

Interessant is vooral dat men op de kleinere digitale panelen eronder de locaties kan aanklikken waarover men wat meer wil weten. Het spreekt vanzelf dat we onze aandacht dadelijk op Kampenhout en omgeving richten. En ja hoor, er zijn verschillende korte tekstjes en foto's in het bestand opgenomen.

Wanneer we de kerk van Relst aanklikken, lezen we: "De kerk van Relst is een stille getuige van de Duitse doortocht in 1914. Eind augustus staken ze hier 80 huizen in brand. Tijdens nieuwe gevechten begin september meenden de Duitsers dat er vanuit de kerktoren lichtsignalen gegeven werden aan de Belgische troepen. Ze staken de inboedel in brand en vier dagen later ook het gebouw zelf".

19 20

Ook over het Kasteel van Wilder zit er een tekst bij: "Het kasteel van Wilder van is augustus 1914 het toneel van een dubbele moord. Zoals overal haalden de Duitsers de inwoners uit hun huizen en namen ze hen mee. Twee mannen met een handicap konden het tempo niet volgen. Op deze plek werden ze uit de groep gehaald en geëxecuteerd. De soldaten keken niet om naar de lijken".

Onder de titel "Een brug te ver" vinden we nog meer: "De brug van Kampenhout-Sas" was in 1914 een vitale link in de wegverbinding tussen Mechelen en Leuven. De Belgen wilden de brug dan ook heroveren op de Duitsers. Op 25 augustus lukte dat. De geërgerde Duitsers koelden hun woede op de plaatselijke bevolking. Een paar dagen later moesten de Belgen de brug weer prijsgeven".

21 22

Naast de tekst over het Steentjesbos bevindt zich een foto van het Belgische leger in volle actie: "Op 25 en 26 augustus 1914 deden Belgische troepen vanuit Antwerpen een uitval naar het zuiden. Hier in het Steentjesbos lagen zeven Belgische bataljons, maar in de chaos hadden die het contact met elkaar verloren. Het 2de Regiment Karabiniers slaagde erin de Duitse stellingen aan te vallen maar moest zich uiteindelijk terugtrekken".

Natuurlijk is er ook een tekst over Buken: "De Duitse soldaten in België waren doodsbang voor de franc-tireurs, gewapende burgers. Ze hadden het vooral gemunt op priesters: die jutten volgens hen de bevolking op. Hier in Buken kostten die geruchten het leven aan twee geestelijken. Pastoor De Clerck en zijn onderpastoor Sombroek werden zwaar mishandeld en na een lange lijdensweg doodgeschoten".

23

Ook met betrekking tot buurgemeente Boortmeerbeek vinden we twee teksten met foto's:

  1. "In augustus en september 1914 ondernamen Belgische troepen twee keer een uitval vanuit Antwerpen naar het zuiden. Tijdens de eerste uitval werd Boortmeerbeek zwaar beschoten door zowel Duitse als Belgische artillerie. Tijdens de tweede uitval lag het dorp opnieuw onder vuur. De Duitse troepen staken de 17de-eeuwse kerk in brand en bliezen de toren op."
  2. "Op 27 september 1914 stuurde het Belgische leger een onbemande spooktrein van Mechelen in de richting van Leuven. Die reed in Boortmeerbeek in op een Duitse legertrein die gebruikt werd om kanonnen naar het front te brengen. De sabotageactie kon de opmars naar Antwerpen enkele uren tegenhouden."
24 25

Ons bezoek aan het belevingscentrum loopt ten einde maar onze eigen beleving is zeker nog niet afgelopen. We installeren ons gezellig in de brasserie in het gebouw en besluiten de geslaagde uitstap met een drankje en een hapje in bijzonder aangename sfeer. De tentoonstelling was beslist een bezoek waard, en voor de lekkerbekken onder de lezers: het 'slaatje Robespierre' is al evenzeer een geweldige aanrader.

Ellen Ogez

[ terug naar vorige pagina ]
logo Campenholt
© 2010-2024
Heemkring Campenholt - Kampenhout
Consulteer onze Copyright voorschriften.
website heemkring:www.campenholt.be
contact heemkring: info@campenholt.be

Bestand:
pagina laatst bijgewerkt op: 06-04-2018
webmaster: webmaster@campenholt.be