Frans Schoevaers werd geboren te Nederokkerzeel op 1 april 1917 als zoon van Ludovicus Augustus Schoevaers en van Joanna Maria Van Dam. Zij woonden in de Driesstraat 51 te Nederokkerzeel.

Frans deed zijn verplichte militaire dienst als milicien van de lichting 1937. Hij werd al op 25 augustus 1939 gemobiliseerd in het Klein Kasteeltje te Brussel waar hij werd ingelijfd bij het 9^de Linie Regiment. Frans sneuvelde eveneens als zijn dorpsgenoot Etienne Beutels op 27 mei 1940 in de 'Slag bij het Sterrebos' te Rumbeke.

Om hulp te bieden bij de verdediging van het gebied rond Roeselare werd op 24 mei 1940 het 9^de Linie Regiment per spoor naar Roeselare vervoerd. Zij namen 's anderendaags meteen stelling in de streek rond Izegem. Nog een dag later kwamen de Duitsers met de stelling in voeling en trok het 9^de Linie Regiment zich terug naar de streek van Kachtem en Rumbeke waar een korte maar hevige strijd losbarstte. Net toen het bevel werd gegeven tot terugtrekking bezegelde een verdwaalde kogel het lot van Frans, die ter plaatse dodelijk neerviel. Het 9^de Linie Regiment moest Frans achterlaten en begaf zich naar Beveren waar al heel snel bevolen werd de wapens neer te leggen. Om te voorkomen dat het vaandel in de handen van de vijand zou vallen, werd het verbrand terwijl de kop ervan werd ingegraven.

Frans werd eerst begraven in graf nº5 op de gemeentelijke begraafplaats van Rumbeke. Maar op 8 oktober 1946 werd zijn lichaam gerepatrieerd naar de gemeentelijke begraafplaats van Nederokkerzeel. Het graf is er nog steeds op het oude kerkhof van Nederokkerzeel.
In 1946 werd hij postuum vereerd met het oorlogskruis en zijn opname als ridder in de orde van Leopold II met palmen.